Open brief aan mijn collega-parlementsleden naar aanleiding van de genocide in Gaza
Beste collega’s in het Vlaams Parlement en in de Kamer,
in elk debat hebben we het over grenzen.
Grenzen van gemeentes die veranderen door een fusie.
Grenzen die beslissen welke taal er al dan niet gesproken en geschreven wordt.
Grenzen van een politiezone, natuurgebied, landbouwgrond, een perceel voor industrie of voor woningen.
Grenzen die worden doorkruist door een kabel die vanuit de zee landinwaarts wordt getrokken.
Grenzen waar men een rechtszaak voor inspant, waar men voor op straat komt.
Of grenzen die niet fysiek maar mentaal zijn, leeftijdsgrenzen, grensoverschrijdend gedrag.
Grenzen als gids voor het reilen en zeilen van onze samenleving in de vorm van regels en wetten die de contouren bepalen voor wat wel en niet mag.
Mijn grootvader uit de grensstreek die ze de Westhoek noemen, sprak me over grenzen tijdens zijn verhalen over de 2de Wereldoorlog.
Hij nam een kleine wereldbol, zo eentje dat licht geeft in het donker, en hij had het over al die landen die aan het vechten waren. Om hun grenzen te bewaken. Voor die -soms abstracte- lijnen op een landkaart. Lijnen door een akker, langs een huis, een beek, een kanaal, een weg, … of lijnen die door één of andere generaal getrokken werden, met een simpele pennenstreek en lineaal.
Mijn grootvader vertelde me dat die lijnen na de oorlog vaak ‘relatief’ bleken te zijn. De buur aan de overkant van de landsgrens was nog steeds een buur. Een mens van dezelfde streek. Met hetzelfde dialect, dat ze samen spraken, leunend tegen een bord met een andere plaatsnaam.
De inkopen werden nog steeds gedaan bij dezelfde kruidenier in het ene land, de slager in het andere land werd dan weer beter bevonden. De melkboer en de postbode staken met plezier even de grens over. Alleszins, in het dagelijkse leven, vergat men vaak dat er een grens lag.
Tenzij ze elkaar er zelf aan herinnerden. Wanneer de buren de oorlog aanhaalden als reden tot gesprek. Want de pijnlijke periode had een trauma nagelaten. Langs beide kanten waren mensen mentaal hard toegetakeld. Sommigen hoopten op wat troost en uitten het gemis van een zoon, een familielid. Anderen misten letterlijk een been en vroegen wat hulp, voor een boodschap of een taakje in het huishouden. Beter een goede buur dan een verre vriend.
Ironisch genoeg hadden de grensgevallen nu een gemene deler. Samen kwetsbaar, als het ware. Gescheiden door een lijn op een kaart, maar verenigd door het lot. Een beetje zoals ons, in het parlement. Over partijgrenzen heen, vaak tegenover elkaar, maar vaak ook in hetzelfde schuitje. Met een andere aanpak, maar wel met eenzelfde bezorgdheid. En zeker nu. Althans, dat hoop ik.
In Gaza is deze kans op voorzichtige verbondenheid al decennia geleden in zwarte rook opgegaan. Er zijn dan ook geen grenzen meer. Er zijn diepe kloven ontstaan, letterlijk en figuurlijk. Bufferzones, over generaties heen. Fysiek en mentaal. Onherstelbaar. Altijd oorlog. Nooit meer buren.
Grenzen werden prikkeldraad, huizen werden neergehaald door bulldozers, mensen werden vluchtelingen en degenen die bleven werden koudweg afgeknald. Eén voor één verdwenen ze, en samen met hen ook een stuk van hun geschiedenis. Haat en cynisme verdreef er alles, en de retoriek werd overgeleverd van moeder op dochter, van regering op soldaat, van grootvader op kleinzoon.
Met de opkomst van die haatspraak, verdwenen ook de grenzen van wat wel of niet kan tijdens de oorlogsvoering. Bij een genocide gelden alle middelen. Bombardementen op scholen en ziekenhuizen, het mag. Het fusilleren van wachtenden aan de voedselbedeling, het kan. De hongerdood, een uitgekiende strategie. De dood van duizenden onschuldige vrouwen en kinderen, geen issue. De dood van journalisten, natuurlijk. De dood van de waarheid.
Hier in Vlaanderen kennen we het concept van grenzen nog, en we weten hoe gevoelig het soms ligt. West- of Oost-Vlaanderen, Brussel-Halle-Vilvoorde, Molenbeek, Doel, Voeren, Baarle-Hertog, Menen, Maasmechelen… Vlaanderen, Wallonië, België, .., een bonte verzameling klein grensgebied.
We kennen de grenzen nog van onze politieke partijen. Van meerderheid, van oppositie. De middens, de extremen. De democratie. Hier werkt het gelukkig nog. Voorlopig toch. Al moeten we altijd waakzaam zijn. Zoals nu.
Beste collega’s, als politici worden we gedreven door ons engagement. De inzet voor de samenleving heb ik in de commissies van het Vlaams Parlement al mogen ondervinden bij leden van elke partij.
Maar kennen we de grenzen nog van onze eigen ideologie? Van onze geschiedenis? Van de oorlogen die wij hebben uitgevochten? Het leed dat wij aan andere volkeren hebben aangedaan? Kennen we het concept van internationale solidariteit nog? Hoe wij door andere landen werden geholpen als we in de miserie zaten? Herkennen we onszelf nog om het goede te doen? Om als politicus te luisteren naar wat er leeft bij de mensen? Waarom die vele mensen op straat komen, nu bijna elke dag? En herkennen we ons als mens? Erkennen we dat er grenzen zijn aan wat onze menselijkheid dragen kan?
Ik hoop alleszins van wel. Want al een tijdje, is de grens in het parlementaire halfrond ver overschreden wanneer het over Gaza gaat. Genoeg is genoeg. Al veel te lang.
Deze rode lijn van meer dan 60.000 slachtoffers is een punt dat al veel te ver staat op de tijdslijn van het toelaatbare.
De politieke schandvlek barst uit zijn voegen.
Deze grens moet nu getrokken worden.
Beter veel te laat, dan nooit.
Ook in functie van onze eigen samenwerking, ook in functie van onze eigen democratie.
Om later, met al onze verschillen, überhaupt nog met elkaar voort te kunnen.
Dit moment is een symbool om samen te zeggen: genoeg is genoeg.
This is a point of no return.
…
Daarom is een krachtig statement vanuit onze parlementen nu absoluut noodzakelijk.
Een krachtig statement dat kamerbreed gedragen kan worden.
Een statement tegen deze genocide, voor de erkenning van Palestina, zoals zovele landen ons al hebben voorgedaan.
Een statement met de vraag voor de opschorting van het EU-Israël samenwerkingsakkoord.
Een statement voor het verbieden van handel en investeringen met Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied.
Een statement tegen transport van wapens of ander materiaal voor het Israëlische leger op ons grondgebied.
Als we allen stemmen in eer en geweten, dan is het mijn overtuiging dat dit krachtige statement vanuit de meerderheid kan én moet komen. Laat ons stemmen als vertegenwoordigers van het volk. Waarvoor we zijn verkozen.
…
Beste collega’s,
misschien was dit schrijven naïef. Maar dan is dat maar zo. Ergens tussen grenzeloze liefde en grenzeloze afschuw, ergens tussen de tranen bij het zien van zoveel leed en de woede die dagelijks bij mij opborrelt, koester ik nog een sprankeltje hoop. Dat we als grensgevallen van een andere politieke partij, toch nog een gemene deler vinden. Hier in Vlaanderen en België kan dat momenteel nog… . Ja, toch?
Frederik Sioen
Vlaams Volksvertegenwoordiger, Vooruit