1 jaar als volksvertegenwoordiger: "Boeiend maar af en toe ontmoedigend".
1 jaar uw volksvertegenwoordiger… als nieuwe politicus kan ik het voorbije jaar samenvatten als: "Boeiend maar af en toe ontmoedigend".
Positief? +++
1. Als volksvertegenwoordiger heb je twee taken: 'controleren en capteren'. Je controleert het beleid van de regering en de bevoegde Ministers door kritische vragen te stellen bij beleidsbeslissingen, door resoluties of decreten in te dienen, door beleidsnota’s en begrotingen te amenderen of goed te keuren. Maar je bent ook een luisterend oor voor 'het volk' en je capteert de zorgen en de behoeftes van organisaties en personen via heel wat bezoeken, meetings, artikels, adviezen, mails, berichtjes allerhande... . Die neem je mee naar het Parlement of de Gemeenteraad, zet het thema op de agenda of probeert tijdens de commissies of via de kabinetten van de Ministers en schepenen een antwoord los te weken of een oplossing aan te reiken. Die taak als volksvertegenwoordiger vind ik een eer. Ik probeer nabij en aanwezig te zijn. Al is de input vaak enorm.
2. Als politicus doe je aan 'levenslang leren'. Het is zeer boeiend. In de Commissies Cultuur, Sport, Jeugd, Media, Onderwijs, Economie,… in het Vlaams Parlement (en ook in de Gemeenteraad) is het inhoudelijk debat vaak heel interessant. En nog een pluspunt: alle organisaties en belangenbehartigers komen naar je toe. Voorbeeld: gedurende 8 weken werden er hoorzittingen georganiseerd in functie van de nieuwe beheersovereenkomst van de VRT waarbij alle partners, toeleveranciers, concurrenten, belangenbehartigers, ... bevraagd worden. Zo krijg je een totaalbeeld. Intens maar interessant.
3. Als muzikant zat ik na 20 jaar wat vast in een bubbel. In de politiek kom je mensen tegen van allerlei leeftijden, met diverse achtergronden, met andere meningen, ... . Zowel binnen het politieke netwerk, bij de vakbond en de Jongsocialisten, maar vooral bij de mensen zelf. Wanneer we werk- of huisbezoeken plannen, van deur tot deur. Je houdt de vinger aan de pols van de samenleving. Je leert begrip te hebben voor een ander perspectief, je leert je eigen zorgen te relativeren.
4. Politiek is een teamsport. De communicatie moet gestroomlijnd lopen. Het is interessant om de verschillende politieke niveaus te leren kennen. Om de twee weken ben ik aanwezig op het Partijbureau (samenkomsten met alle parlementairen en de top van de partij), af en toe is er een overleg met de regio en de provincie. En sinds maart ben ik Voorzitter Beweging bij Vooruit Gent om acties op te zetten met de leden.
5. Men zou het niet verwachten, maar ik ben zelf aangenaam verrast dat er veel collegialiteit is tussen parlements- en gemeenteraadsleden. Er is veel informeel overleg, dat resulteert in een aangename werkomgeving. En je bouwt als politicus natuurlijk een enorm netwerk uit. Het is fijn om te voelen dat je van binnenuit slagkracht hebt.
6. Misschien het belangrijkste: ik kan effectief een verschil maken voor de cultuur-, event-, festival- en sportsector en voor mijn stad en wijk. Ook al lijkt het politieke traject er één van kleine stapjes -zoals Mandela het zei: 'Hurry up slowly"-, toch geeft het zin. En zingeving is de motor van waardig werk. Toch?
7. De politiek heeft ook geleid tot een aantal extra functies. Voor de Vlaamse Regering zetel ik als voorzitter van Ancienne Belgique. Voor de Stad Gent ben ik actief in de Raad Van Bestuur van Film Fest Gent en in de Algemene Vergadering van De Bijloke. Ook daar ben ik blij dat ik mijn expertise kan inzetten.
Negatief? ---
1. Helaas moet ik de particratie als eerste benoemen. Dat men, wat betreft de genocide in Gaza, blijft talmen om concrete acties op te zetten en door te pakken, vind ik hallucinant. En ik verafschuw de communicatiestrijd: “Wie oh wie wint de prijs van de grootste verontwaardiging?”. Vele gelijkgestemde collega's (binnen meerderheid en oppositie) zitten er vaak even verslagen bij.
2. Het is pas door in de politiek te gaan, dat ik besef hoezeer het extreemrechtse gedachtengoed tot diep in de parlementen is doorgedrongen. De racistische praat moet je erbij nemen. Bijna elke dag. Helaas moet ik daar nog eelt voor op mijn zieltje kweken.
3. De debatten in de Commissies zijn vaak heel interessant, maar in de plenaire van het Vlaams Parlement (en ook soms in de Gemeenteraad) spreekt men van 'slecht theater'. Ik kan begrijpen waarom. En aangezien ik uit de sector van de podiumkunsten kom, ben ik beter theater gewoon
4. Geduld hebben in de politiek is een deugd. Heeft er iemand nog een portie dat ik lenen mag? Ik mis de kracht en de snelheid van het middenveld (zoals bij mijn vorige job bij Gents Kunstenoverleg) om tot effectieve verandering te komen. Maar lees hierboven de positieve zaken. Dat zorgt gelukkig voor een goed evenwicht. Ik omarm de traagheid.
5. Bij Vooruit hebben we voor een moeilijke weg gekozen door deel te nemen aan zowel de Vlaamse als de Federale regering. En ook in Gent is onze partij deel van de meerderheid. De 'consensus' vinden is deel van een democratie, maar dat betekent ook dat sommige beslissingen niet zijn zoals we hadden gehoopt. En dus niet altijd makkelijk te verdedigen of te slikken zijn. Maar, en dat is weer positief, ik ben iemand die constructief wil meewerken en geloof dat we zo het beste onze rol kunnen spelen. Aan de zijlijn staan, zou me mogelijks meer frustreren. En daarvoor ben ik niet in de politiek gegaan.
6. Tot slot. Humor is een vak apart. En politiekers kunnen maar beter een cursus volgen.. "Cynism Alert!”
Alleszins, ik blijf strijdvaardig en enthousiast. Ik zie veel kansen om te groeien (niet letterlijk, helaas) en om sterker te worden in mijn rol. Ik hoop dat iedereen oprecht en eerlijk zijn mening tegen mij blijft verkondigen, maar de bagger achterwege laat. Er zijn veel geëngageerde mensen zoals mij in de politiek, op elk niveau. Zet ons niet weg als vreemden aan de andere kant, want zo ontmoedig je toekomstige politici en hoe het ook zij:”Someone has got to do the dirty work."
Op naar een volgend hoofdstuk in de politiek!
Uw volksvertegenwoordiger, Frederik Sioen